|
1865 - 1884 (19 jaar)
-
Naam |
Klazina VAN VLIET |
Geboorte |
1 feb 1865 |
Vlaardinger-Ambacht,ZH,NLD |
Geslacht |
Vrouwelijk |
Overlijden |
23 aug 1884 |
Schipluiden,ZH,NLD |
- ongehuwd overleden
Datum: verdronken bij spoelen van kaasdoeken in de Vliet bij de boerderij aan deooij en haar zus Pietje waar zij in dienst was.
|
Persoon-ID |
I7944 |
Poot |
Laatst gewijzigd op |
25 nov 2020 |
Vader |
Theunis VAN VLIET, geb. 26 jan 1830, Maasland,ZH,NLD ovl. 28 jun 1879, Vlaardinger-Ambacht,ZH,NLD (Leeftijd 49 jaar) |
Moeder |
Catharina MAAN, geb. 31 jan 1834, Maasland,ZH,NLD ovl. 5 feb 1911, Vlaardingen,ZH,NLD (Leeftijd 77 jaar) |
Huwelijk |
14 mrt 1857 |
Maasland,ZH,NLD |
Gezins-ID |
F5936 |
Gezinsblad | Familiekaart |
-
-
Aantekeningen |
- Klazina van Vliet was 14 jaar oud toen haar vader stierf. Er is een schriftje van haaraar vader beschrijft. Samen met een foto is dit een van de weinige dingen diechrijft:
Vader is den 28 junij van 't jaar 1879 overleden, in de ouderdom van 49 jaar en 5eken van zijn leven ziek op bed gelegen, en heeft toen veel smart geleden, naar ziel enoor 't hard, en op de borst, alle dagen hoofdpijn, de nieren waren te groot, en leidde nietiekte, de docter en de professer noemde het een hardkwaal. De ziekte werd alle dagenn hij ook, denkende dat hij ging sterven, vermeerderde zijn smart.
Toen vader naar de Professer van Leiden geweest was en die hem geen moed ina sterven, en dan die vrouw met al die kinderen, daar begon hij dan weleens zoo voor teijne zonden. Vader zeide nog eens een mooi gezangenvers op het was gezang 51 Vers 1
Jezus is mijn Heer en Koning
Die mijn woning
In zijns vaders huis bereidt
Wat mij hier ook moog ontbreken,
In die streken
Wacht mij rust en zaligheid
Vader topde die week veel over zijne zonden, en als wij dan aan hem vroegen of hijiet zeggen ik hoop het wel maar ik weet het niet, bij bad wel eens in stilte tot God.l eens hier. Toen heeft vader een week gehad dat hij anders niet deed als slapen.ag stil geweest, en begon 's avonds zoo erg te hoeste dat wij er bang voor waren, van 7nophoudelijk gehoest. De Docter zeide toen tegen hem dat het wel weer beter wordenij ons genacht zee, nu zal ik u morgen niet meer zien, en ik zeg u voor eeuwig genacht.
Toen zeide vader deze teks op, Hetzij ik dan dat ik leve, ik leve in de Heer, hetzij dat iketzij dan dat ik leve hetzij dan dat ik sterve ik ben des Heeren. Toen bad vader zooinderen, dat God toch toenen moest een man der der weduwe en een vader der wezen teij zeide ik kan het niet helpen dat ik ga sterven, het is des Heeren wil. Gij moet maarat de ooms u zeggen en vertrouwen op den Heer, die zal u helpen. Vader zeide tegenoorzichtig weezen moest. De drie laatste dagen van zijn leven heeft vaader het zoo ergwam ook eens van Zuilichem om met vader te praten, daar had vader nog al lust toe. Erok erg ziek geweest was, en die haar zaligmaker had leeren kennen, die vroeg aanedurig zoo benaauwd, wilt gij eens voor mij bidden, toen bad zei tot God of hij diellende en zonde, och Heere bekeer hem zijnde zij zoo zal hij bekeerd zijn, later dacht
Donderdag kreeg vader het gedurig zoo benauwd dat Hijn bij hem blijven moest, hetaren bij het ledekant, vader sprong op in het ledekant veranderde van kleur en had heteide vader waar ben ik toch nu geweest. Vader was bang dat hij het weer zo kreeg dataar genacht zeggen. Toen zeide hij ons allen een voor een genacht, Mietje was deat hij zeide als gij zoo huilt kan ik het allemaal niet doen, hij hoopte haar op een beterzeide dat hoop ik ja kind ik zeg u nu voor eeuwig genacht. Tegen Jaantje en Leentje hadienen moesten en goede vorderingen maken. Tegen Coba zeide hij dat moeder zoo veelebben, en dat zij er maar naar helpen kijken moest, zij had dat altijd nog al gedaan.euwig genacht, maar hoopt u op een beter plaats weder te ontmoete. Klaas was toen pasn voorzichtig wezen, vorderingen maken en op den Heer vertrouwen.
Tegen Kaatje, Cornelia, Arendje en Teuntje, zeide hij gij moet maar zoet wezen wantaren toen donderdag 2 jaar oud.
Vader is toen een oogenblik gaan slapen, en toen hij wakker werd, zeide moeder nuat beetje slapen helpen en later voor eeuwig in de hel. Vrijdag 's morgens sprak vaderem had, en zeide tot moeder, zult gij het Pietje zeggen. Vader voelde dat hij die dagaterdag morgen zeide nu ga ik sterven.
Het was half vijf ure toen ik bij hem kwam, en vader zeide tot mij, nu zeg ik voorochten toen niet meer bij hem komen, want dat benauwde hem zoo. De meesterader dat hij vandaag wel zou sterven, ja zei hij dat hoop ik, want ik leidt hier zoo veelondaren, maar Heer Jezus ontferm u mijner.
Een ogenblik later zeide vader spalm 89 vers 1 op.
'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheid,
Uw waarheid alle tijd vermelden door mijn reen.
Ik weet hoe 't vast gebouw van uwe gunstbewijzen,
Naar u gemaakt bestek in eeuwigheid zal rijzen
Zoomin de hemel ooit uit zijne stand zal wijken
Zomin zal uwe trouw ooit wanklen of bezwijken
Tien ure zeide vader moeder voor het laast genacht en hij hoopte haar op een beteroen weer Vader in uwe handen beveel ik mijne geest en vrouw en kinderen. Het laasteroeg of buurman van der Ende Mattheus 5 eens voor hem lezen zou, toen hij half wegeneloof toch nauw. Vader vroeg of Domenee Nonhebel en Oom Jacob er niet waren, alsof
Toen kreeg vader het erg benaauwd en ontsliep om elf uut tot onze diepe droefheid inaanden
Clasina van Vliet
|
|
|